Hoe verwarrend de slotnoot
Met een blik van nieuwsgierigheid struinen wij – Anja en Christeljohn, beiden Dukenburgers – door de wijken van Nijmegen. We zijn er niet op uit om de mooie paden te bewandelen, maar om ons te verwonderen over wat we op ons pad ontdekken.
Onverwacht brengt Bus 331 ons niet verder dan het centraal station. Ah, 300 gaat wel naar Ressen! We stappen uit op de ovatonde boven de N325. Díe lopen we alvast niet mis. Een weids uitzicht. Het lijkt in the middle of nowhere, maar blijkt een redelijk centraal punt in de wijk te zijn. Oeps, onder de noemer Oosterhout hebben we al een stuk van Ressen gelopen, de nieuwbouwbuurt Grote Boel. We richten onze blik op Zuiderveld. Als we Google Maps moeten geloven, hebben we die buurt in Oosterhout overgeslagen. Hoewel? Verwarrend hoor die informatie op internet! Wikipedia schaart Zuiderveld en Grote Boel bij Ressen en op de site van de Waalsprong horen ze allebei bij Oosterhout. De gemeentepagina biedt pas duidelijkheid na een telefoontje. Beide buurten liggen in Ressen!!!
Ondertussen staan we nog steeds op het Keizer Augustusplein, de ovatonde, die we verlaten via de Keizer Hendrik VI-singel. Wie was die gozer? De zoon van Frederik Barbarossa. In één stap gaan we van het Romeinse naar het Heilige Roomse Rijk. Geen doetje die Hendrik. Hij staat als meedogenloos te boek. Vanwaar die eer? Meerdere keizers eert Nijmegen bij name: Keizer Karelplein, Barbarossastraat, Keizer Trajanusplein. Geef ons Dukenburgers maar het Steve Bikoplein!
In de buurt Zuiderveld bloeien vele bloemen tussen het weelderige gras: donkerroze distels, geel Jacobs kruiskruid, blauwe korenbloemen, rode klaprozen en witte schermbloemigen. Bij de woningen van het ecodorp Zuiderveld, een woongemeenschap, springen de rode brievenbussen in het oog.
We pikken toch een stukje Oosterhout mee. Het bedrijventerrein aan de Griftdijk ontlokt ons allebei de uitroep ‘Wat chic!’ Strakke vormgeving, eenheid van kleur, antracietgrijs, lichtbruin hout en groenbeplanting her en der. Zelfs de omgeving van een laad-los oprit oogt gelikt.
De hub bij het sportveld redt ons bij de eerste stortbui op onze wandeling. Om de velden heen lopen we naar de Stationsstraat. In vervlogen tijden leidde deze lange straat naar een treinhalte op de spoorlijn Arnhem – Nijmegen.
Een markante brievenbus heeft de tand des tijds doorstaan. Staat dit de brievenbussen in het ecodorp ook te wachten?
Vlak voor een bocht naar links vragen we een voorbijgangster: ‘Zijn we hier in Ressen?’ We krijgen een meervoudig antwoord. ‘Dit hoort bij Nijmegen, maar voor ons is het Ressen. Als je echt naar Ressen wilt, moet je hier links het viaduct over.’ Maar wij willen niet naar het echte Ressen dus slaan we rechtsaf de Stationsweg in. Voordat we ontdekken dat die doodloopt tegen de spoorlijn, schuilen we bij een huis onder een carport. Als we op een stapel planken achter een auto genoeglijk ons brood eten, komt de bewoner polshoogte nemen. Gerustgesteld neemt hij de tijd ons de weg te wijzen. We blijken niet aan het viaduct en het echte Ressen te kunnen ontkomen.
Het oude kerkdorp heeft een rijke historie. We bewonderen de Romaanse kerk. Maar er is meer! Iets voor later.
Via de Zwarteweg komen we terug bij de ovatonde. Een derde stortbui brengen we schuilend door in het bushokje.
Dit is de slotnoot
na twee jaar struinen
door de Nijmeegse wijken
Alle verhalen zijn ook gepubliceerd in De Dukenburger en terug te lezen in de digitale versie ervan (edities 4-2021 (pag. 39), 7-2021 (pag. 43) e.v. t/m 6-2023 (pag. 42) ) en natuurlijk ook op deze website: Het begin
Tekst: Anja Strik en Christeljohn Roothans
Foto’s: Anja Strik