Nijmegen – Ooyse Schepedom – Hunnerberg

Hoe de stuwwal aanwezig is

Met een blik van nieuwsgierigheid struinen wij – Anja en Christeljohn, beiden Dukenburgers – door de wijken van Nijmegen. We zijn er niet op uit om de mooie paden te bewandelen, maar om ons te verwonderen over wat we op ons pad ontdekken.

Na vrolijk stemmende ontmoetingen met kunst op de Kaaij nemen we het wiebelbruggetje verder Ooyse Schependom in. Het is koud en nat. We glibberen door de modder. Het uitzicht is weids. Waar het water zich heeft teruggetrokken staan eigenaardige struikjes.

Wonderlijk wijkje
struikjes gevederd
en een weg naar de hemel

We lopen in de Stadswaard tot aan de Vlietberg en gaan via de weg terug langs het Hollandsch-Duitsch Gemaal. Een handjevol huizen in deze wijk.
In het buurtje aan de Oude Ubbergseweg nemen we niet de ‘Weg naar de Hemel’, maar lopen door een gezellig rommelig straatje, waar in warmere tijden buiten geleefd wordt.

De snijdende kou jaagt ons De Bastei in voor koffie en warme chocolademelk. We volgen de pijlen naar boven, naar een prachtig uitzicht over de Waal.

Het is een stuk warmer als we naar de Hunnerberg gaan. Torende vanaf de Stadswaard in de verte een imposant glazen gebouw op de stuwwal, nu werpen we er een blik naar binnen. Anja kent het als het Haskoning-gebouw, maar het is nu een luxe appartementencomplex. De huidige naam, Estel Residence, verwijst naar de eerste bewoner, het staalconcern Estel.

Slingerend tussen Ubbergseveldweg en Berg en Dalseweg ontmoeten we een heuse Meester Schoorsteenveger. ‘Er zijn er nog maar 25 in Nederland, waarvan één vrouw. Het vak leer je binnen het oude gildesysteem van leerling, gezel, meester.’
Een meesterwerkje is zeker het voormalige internaat van het Canisius College, ontworpen door Nicolaas Molenaar, die zijn inspiratie ontleende aan het Rijksmuseum en het Centraal Station in Amsterdam. Weer een historisch gebouw dat voor appartementen wordt bestemd.

We lunchen op een bank aan de rand van het Patersbosje – vroeger deel van de kloostertuin van de paters Jezuïten – met voor onze neus INCIPIT, VITA NOVA. Dat vergane glorie weer aan een nieuw leven begint, blijkt wel uit de vele herbestemmingen.

Na de boterham beleven we de stuwwal pas echt. Vanaf het Kops Plateau, een zanderige vlakte met struiken, paadjes en bomenlaan rondom, kijken we uit over de Ooy. De Beekmandalseweg voert ons steil naar beneden naar de Ubbergseweg. Die volgen we stad inwaarts. Via een smal pad en trappen weer omhoog komen we bij een uitkijkpunt aan de Batavierenweg, een ontroerende plek. Ter ere van de verzetsstrijder Wiardi Beckman, Stuuf, staat hier een prachtige bank. Deze lijkt te rusten op een wegversperring die aan prikkeldraad doet denken. Maar waarom staat de bank niet richting de Ooij?

Leven opgestuwd
uitzichtloos rusten
voor een nieuwe bestemming

Wordt vervolgd…

Tekst: Anja Strik en Christeljohn Roothans
Foto’s: Anja Strik

Voorafgaand
Het begin