Hoe we wegwijs worden
Met een blik van nieuwsgierigheid struinen wij – Anja en Christeljohn, beiden Dukenburgers – door de wijken van Nijmegen. We zijn er niet op uit om de mooie paden te bewandelen, maar om ons te verwonderen over wat we op ons pad ontdekken.
Pegasus, het gevleugelde paard staat in een uithoek van de wijk Hengstdal. Ineens is het ons duidelijk waarom de hengst op deze plek is neergestreken. Het oorspronkelijke Hengstdal ligt aan de andere kant van de Berg en Dalseweg.
Via een vriendelijk en rustig stukje van de Postweg, met links bos en rechts huizen, komen we in het Moerbeiplantsoen. Vrolijke kunst siert de buurttuin. Verderop in het Zilverdenplantsoen is te lezen wie hier de handen uit de mouwen steken.
De vervangende nieuwbouw in de Lijsterbesstraat sluit aan bij de stijl van de panden die zijn blijven staan. Even later missen we aansluiting. De rotonde Broerdijk-Hengstdalseweg lopen we een paar keer rond om uit te vogelen wat er staat. Het is op de kop en waar moeten we beginnen? Daarvoor hebben we uitleg nodig. Het blijkt in spiegelbeeld te zijn. Als het die dag geregend zou hebben, hadden we het misschien gesnapt. Dan zou het te lezen zijn geweest in het natte graniet rondom: AQUA CASTORIUM NOVIOMAGUM, water (of aquaduct) van het Romeinse kamp in Nijmegen. Het Romeins verleden gaat er voor ons niet door herleven, maar als kunstwerk wordt het wel interessanter.
Een herinnering aan de gesloopte Christus Koningkerk en een verbindend element in Hengstdal is de markante Koningstoren, ook zichtbaar in de nieuwste buurt van de wijk. Limos oogt vriendelijk en open ondanks dat het de sfeer van een compound blijft houden, nadat het zijn kazernefunctie heeft verloren. Nooit geweten dat LIMOS staat voor Luchtmacht Instructie Militaire OpleidingsSchool.
In het Limosbosje kiezen we niet de bank waar de brandnetels doorheen groeien. Voor een jong stelletje zijn deze geen obstakel. Dat doet de liefde, denken we. Even later blijft hij alleen achter, huilend. Zij kijkt nog een paar keer om.
Op weg naar de Limos zijn we al in enkele straten van de componisten- en schildersbuurt in Altrade geweest. Wanneer we deze wijk echt gaan verkennen, beginnen we aan de andere kant, de Bijleveldsingel. Zigzaggend na een korte pauze in het Julianapark komen we in de Singendonckstraat. Het is één van de straten waar enkele jaren geleden achter de gevels van de rijtjeshuizen alles is gesloopt. De oude woningen waren het resultaat van het eerste sociale woningbouwproject in Nijmegen, in 1895. Ze verdienden een ‘hernieuwbouw’ om aan de wooneisen anno nu te voldoen. Dat mensen in dit nauwe straatje, zonder voortuinen, met plezier wonen is te zien aan hoe ieder plekje wordt benut voor groen en fleur.
Oogverblindend zijn de bloeiende meidoornbomen in de Beijensstraat. Een unicum in Nijmegen?
Na het dwalen over de Begraafplaats Daalseweg genieten we in het Truus Mastpark van spelende kinderen. Misschien zijn klauterkeien ook op zijn plek in de Geologenstrook.
Eertijds een zwembad
Spetterend spel blijft
Duik onder in het heden
We eindigen in de schildersbuurt. Enkele woonerven daar zijn opvallend door muurtjes rondom kleine ‘terrassen’ die op zitkuilen lijken; een verschijnsel uit de jaren 70. Vroeger was er vast een bruisend buitenleven. Nu maakt deze buurt een wat in zichzelf gekeerde indruk.
In de stille straten hebben we geen andere aanspraak dan die van een geurende roos. Deze is zo indringend dat we er niet aan voorbij kunnen alvorens onze neus erin te steken.
Verhaal nadert eind
Slechts rest ons Ressen
Haar vooruitgang bijbenen
Tekst: Anja Strik en Christeljohn Roothans
Foto’s: Anja Strik