Nijmegen Hatert

Hoe verschil wordt gemaakt?

Met een blik van nieuwsgierigheid struinen wij – Anja en Christeljohn, beiden Dukenburgers – door de wijken van Nijmegen. We zijn er niet op uit om de mooie paden te bewandelen, maar om ons te verwonderen over wat we op ons pad ontdekken.

Alles strak en recht
Veel van hetzelfde
Mens en plantsoen zo divers

Twee doorgaande wegen en twee groenzones omlijsten het zuidelijk deel van Hatert. In de monotonie van rijtjeshuizen met platte daken zoekt het oog naar een prikkeling. En vindt die niet alleen in de – een Dukenburger jaloers makende – gevarieerde beplanting in de plantsoenen, maar ook in de kleurschakeringen van de voordeuren van de opgeknapte huizen. We koesteren ons in een mediterrane sfeer, die de straat met witte gevels en blauwe deuren op deze warme, zonnige dag in september oproept. We zien op straat aardig wat mensen van diverse pluimage.
Onder een groen gestreepte markies staat een vrouw op pumps in een feestelijke zwarte jurk met niet geringe zijsplitten op een keukentrapje de ramen te lappen. Haar werk onderbreekt zij om Anja te redden van hoge nood.
Lang verwijlen wij bij het huis annex bedrijf aan de Oostkanaaldijk aan de voet van de Hatertsebrug. Voor ons geestesoog wordt de silo aan de buitenkant fleurig beschilderd en van binnen omgetoverd tot klimtoren, verschijnt er een terras aan de waterkant, een levendige ontmoetingsplek. Met een knipoog stelt Anja voor: ‘Toch maar Bernhard junior bellen?’
In de Angerensteinstraat prijken de kleuren van de Molukse vlag op menig lantaarnpaal.
We dwalen over de kleine begraafplaats, waar de Molukse namen ons opvallen. Hoe zouden ze de klok luiden die we ontdekken, verscholen tussen het groen?

Ruim een maand later struinen we aan de andere kant van de Hatertseweg. We komen vanaf de trap bij de Neerbosschebrug. Langs het Maas-Waalkanaal lopen we door een bomenlaan in prachtige herfsttinten. Aan de bedrijvigheid en de sportvelden gaan we voorbij.
Bij een brugje gekomen, zegt Anja: ‘Hier gaan we naar links.’ Prompt belanden we in een andere kleurenwereld, die van de riante huizen aan de Vossendijk; cyclaam de kozijnen en boarden, turkoois de trappen naar de voordeuren. Toen we op de kaart keken vroegen we ons al af of het vandaag wel een Haterts avontuur zou worden. Staand op het Aventurijnpad wordt die twijfel groter.
‘In de bouwplannen van deze wijk heet het Steegherpark,’ legt een bewoonster uit. Schoorvoetend laat ze daarop volgen: ‘Aan het begin van de Vossendijk staat er geloof ik wel een bordje Hatert.’
Er staan “schitterende” villa’s in dit gedeelte van de edelstenenbuurt. Ze kijken uit op grote groene velden. De Winkelsteegh, het woon-zorgcomplex van Pluryn, is een fraai wandelgebied waar je ook nog eens de xylofoon kunt bespelen.

Na een groene passage bepalen flats en eengezinswoningen het straatbeeld. We rusten uit op een bankje in de moestuin van Woonvereniging Opaalstraat. Enkele knullen op kousenvoeten rennen voor ons langs en verdwijnen uit beeld. Hoe gemoedelijk het pianospel dat uit een van de woningen achter ons klinkt.
Tot slot vinden we stilte op de begraafplaats Jonkerbos.

Praalgraf of eenvoud
Wat doet het ertoe
Stenen met verdriet omkleed

Wordt vervolgd…

Tekst: Anja Strik en Christeljohn Roothans
Foto’s: Anja Strik

Voorafgaand
Het begin