Hoe groen ertoe doet
Met een blik van nieuwsgierigheid struinen wij – Anja en Christeljohn, beiden Dukenburgers – door de wijken van Nijmegen. We zijn er niet op uit om de mooie paden te bewandelen, maar om ons te verwonderen over wat we op ons pad ontdekken.
Onze eerste wandeling in Grootstal heeft een groot slentergehalte. We kijken, associëren en filosoferen naar hartenlust. Is het de verbeelding van Jeroen Bosch die ons inspireert en de radertjes van ons brein aan het werk zet? Eigenaardige creaturen ontsnapt uit het aards paradijs en de tuin der lusten komen op ons pad.
Apen en draken
vreemde vogels ook
onder de voet gelopen
Een huizenrij in een halve cirkel rond een boom roept vragen op. Zou het wonen in zo’n hofje iets doen met de verbondenheid van bewoners met elkaar? Waarschijnlijk wel. “Ons hofje” klinkt heel knus, zolang het niet “van ons” wordt.
In de Lenardstraat maken gevel-brede betonplaten voor de huizen tuinieren bijna onmogelijk. We staan te kijken naar een kale pergola met twee banken, half in de verf. Een vrouw komt naar buiten, kwast in de hand. Triomfantelijk vertelt ze hoe ze met plantenpotten op de banken een groene oase gaat creëren in deze stenen omgeving. Het groen moest van de muren en mag niet meer terug nadat de woningbouwvereniging de buurt een schilderbeurt heeft gegeven.
In een nabije straat voelen we de koele uitstraling van deze “boom” al voordat we in haar schaduw stappen.
De wijk in zijn geheel oogt groen en wijds door de vele wadi’s. Hier wordt het overtollige regenwater naartoe geleid en kan in de grond zakken. Helemaal een feestje is het om de stadstuin De Groene Schakel te verkennen. Bijzonder hoe in twee jaar tijd vrijwilligers dit paradijs met vijver, bloemen-, moes- en pluktuin van en uit de grond hebben kunnen krijgen. Nu maar hopen dat zij lang actief betrokken blijven.
Het tegenoverliggende wooncomplex De Ring oogt van binnen vriendelijk. Een plantsoen met een monumentale boom in het midden, wordt omsloten door bebouwing in zachte kleuren. Wij zijn niet de enigen die regelmatig een vakantiegevoel hebben in eigen stad. Een ringbewoner vertelt ons spontaan dit voortdurend te ervaren. ‘Alleen een zwembad ontbreekt’, zegt hij wijzend naar het grasveld.
Ook op de hoek van een trottoir is er een klein lustoord gecreëerd. Het ligt tegenover de intrigerende kegelconstructie van de Pauluskerk.
Hoe groen ertoe doet… Zelfs een geveltuintje geeft een flatgebouw meer allure.
Het is niet alleen groen wat ons boeit. In Grootstal staan we stil bij een tuin bezaaid met oud ijzer, omgeven door een dito schutting; een chaotisch geheel. Een man staakt het uitladen van zijn busje en vraagt: ‘Wat zien jullie?’ Onze reactie dat wij onder de indruk zijn van de roestpatronen, brengt hem ertoe om over Rusland met zijn eeuwenoude cultuur te beginnen en, ‘Ik zoek de controverse’, vervolgens, ‘Ik luister niet naar jullie, ik leer alleen maar als ik zelf praat.’ En praten doet hij, tot we aanstalten maken. ‘Nu lopen jullie weg en ik weet niets van jullie.’ Daar laten wij het bij, hoewel zijn monoloog ons nog lang niet loslaat.
Een man fietst voorbij. Met zwoele stem zegt hij: ‘We belong to each other.’ Heeft hij het tegen zijn fiets? Hij zoekt evenmin contact met ons.
Tekst: Anja Strik en Christeljohn Roothans
Foto’s: Anja Strik