Hoe het blijft boeien
Met een blik van nieuwsgierigheid struinen wij – Anja en Christeljohn, beiden Dukenburgers – door de wijken van Nijmegen. We zijn er niet op uit om de mooie paden te bewandelen, maar om ons te verwonderen over wat we op ons pad ontdekken.
Het streekvervoer staakt, dan maar de trein en een wijk in de buurt van het Centraal Station. Het wordt Bottendaal.
Wat is de van Oldenbarneveltstraat sfeervol geworden! Ruimte voor groen en bomen aan weerszijden nu het sinds een paar jaar een eenrichtingsstraat is. We spotten onontkoombaar een zeldzame vogel
Zichtbaar vanaf de Graafseweg prijken op de Castellatoren de letters to Be i – ex. Wat roept het spel met de letters van het bekende wasmiddel op?
To be, to exist
Is verleden tijd
Ik was nog met Biotex
In de Castellastraat hangt de schone was buiten.
Met een frisse blik genieten we van de schattige arbeiderswoninkjes in de Jan van Galenstraat.
Vanaf een bankje in de Spoorkuil hebben we uitzicht op de Campusbaan. Het beeld van fietsers die omhoog zwoegen en omlaag zoeven, begeleid door het kraken en piepen van kettingen en remmen, ervaren we als een muziekstuk.
Het ziet ernaar uit dat het vervallen, maar kleurrijk bekladde seinhuisje eindelijk een nieuwe bestemming gaat krijgen. We zijn benieuwd wat en wanneer.
Via de Schoolstraat komen we bij de Titus Brandsma Gedachteniskerk. Op het voorplein is aan de overzijde van de wereldvredesvlam een plaquette met een afbeelding van Titus omringd door symbolen van vijf wereldgodsdiensten. In de kerk liggen in vitrines sfeervol en zonder opsmuk persoonlijke herinneringen aan deze bijzondere man.
De kerk is een bezoek waard mede door de muurschilderingen en glas-in-loodramen met name het Apostelraam van Jan Toorop.
We lopen door de sierlijk smeedijzeren poort het voorplein af richting het Keizer Karelplein. Het krioelend verkeer omzeilend wagen we de oversteek. Voor Christeljohn een vuurdoop, maar altijd nog minder eng dan het plein met een auto nemen.
Terug naar de Graafseweg en bij het spoor er onderdoor naar het parkje aan de Vondelstraat – Arend Noorduijnstraat. Daar is Anja een beetje verliefd op. Iedere keer als we erlangs komen, jubelt ze, ‘Wat is dit toch mooi geworden.’ Compositie van groene ruimte, mozaïeken en keramische tegels. Om te zoenen.
Na het verkennen van zovele wijken, neigen we tot zelfcensuur als we alweer onze bewondering willen uiten over gevels, herbestemming en groen.
Hoewel al zo vaak geroemd ontkomen we er niet aan om ook in de wijk Galgenveld oud-nieuw in het vizier te hebben. Het ontroert ons nu eenmaal als het verleden op een mooie manier zichtbaar blijft. Galgenveld, zouden hier in het verleden echt…? Ja, hier werden vroeger op gruwelijke wijze doodvonnissen voltrokken. Maar we vinden er niets van terug in het straatbeeld. Evenmin waren in Bottendaal aanwijzingen te vinden voor de kuilen waarin eertijds slagers hun afval, vooral botten dumpten en waarin lijken van misdadigers werden begraven.
Blij verrast zijn we als we dwalend door de Indische buurt via de Bandoengstraat aan de achterzijde van de oude Kweekschool, nu een appartementencomplex, belanden. Wat van de kapel rest zijn lage muren. Deze zijn onderdeel geworden van het plantsoen. Mooi dat bij de renovatie er niet alleen aandacht was voor de fraaie voorgevel.
Hoe anders beleven we in de Professorenbuurt de poort bij het OBG. Afkomstig van het gesloopte Oud-Burgeren Gasthuis aan de Molenstraat detoneert die tussen de strakke hoogbouw.
Het is wel een kunst om in de vaart der ontwikkeling het oude te eren. Want hoe verduurzaam je zo’n prachtig woonhuis?
Tekst: Anja Strik en Christeljohn Roothans
Foto’s: Anja Strik